We hebben in die 12 jaar dat we in Italië wonen al heel wat Italiaanse steden bezocht, maar tot op heden blijft Torino voor mij met kop en schouders boven alle anderen uitsteken.
Wat mij vooral aanspreekt, is de “grandeur” die deze stad – met zijn brede lanen, gaanderijen en impostante pleinen – uitstraalt. In vele steden heb ik het gevoel te moeten laveren tussen het chaotische verkeer, terwijl dat hier niet het geval is. Een stad op maat van voetgangers dus !
In de loop der jaren ontdekten we ook vele sympathieke parken, zoals het Valentino park met zijn namaak Middeleeuwse dorp, waar we de hond kunnen uitlaten in relatieve rust en Mia zelf helemaal wild wordt van de vele eekhoorns die zich gelukkig altijd snel genoeg uit de voeten maken. Het is er natuurlijk nooit zo stil als op onze heuvel, maar we genieten er van de ruimte en het groen dat vele andere steden helaas missen.
En Torino is – in onze ogen als “Piemontese plattelandsboertjes” – ook erg hip. Mooi ingerichte bars, gezellig brunchadresjes, een internationale keuken en coole uitgaansgelegenheden … Je vindt het hier allemaal.
Onze favorieten op dit ogenblik zijn: Sweetlab (omwille van zijn American pancakes, eggs benedict en brownies) en Vermoutheria Barolino Cocchi (het superschattige kleinste barretje van Torino met zijn overheerlijke Rozenvermouth).
Tijdens elk bezoek gaan we ook op zoek naar uitkijkpunten. Dankzij zijn ligging vlakbij de Alpen heb je tijdens heldere dagen namelijk vaak de kans om te genieten van het bijzondere aanblik van de rivier, de stad én de bergen. Een aanrader is zeker de wandeling naar de “Santa Maria del Monte dei Cappuccini”, maar ook tijdens een bezoek aan de “Villa della Regina” met zijn aangrenzende wijngaard (niet toegankelijk) geniet je van een mooie aanblik op deze keizerlijke stad.