Na voltooiing van de gastenappartementen en de buitenkeuken beseften we dat we ons eigen huis niet af gingen krijgen met het beschikbare budget.
Toen we het kochten, was ons huis gewoon een grote, onafgemaakte opslagruimte. Muren en een dak, dat was het. En bovendien was het volgens mij niet groot genoeg. Nicolas lacht er nog steeds mee, want hij zegt dat we het met de beschikbare ruimte prima hadden kunnen redden.
Maar ik “won”, dus begonnen we het huis uit te breiden en renovaties uit te voeren, totdat het geld op was, wat betekende dat we ons huis een aantal jaren ‘camping Verdita’ mochten noemen omdat het op zijn minst ‘rustiek leven’ was. Boven was alles ruwbouw , een tijdelijke badkamer zonder verwarming en leidingen die zo over de niet-vloer liepen. Het was echt geen zicht.
Maar we zijn erin geslaagd om nog één belangrijk werk uit te voeren voor het geld volledig op was: DE muur.
Zoals je op de foto’s van eerdere berichten kunt zien, zijn de 2 huizen aan elkaar vastgemaakt en was er een gemeenschappelijke tuin. Maar uit gesprekken met andere accommodatie-eigenaren bleek één onderwerp steeds terug te komen. We moesten niet alleen een aparte woonruimte hebben, ook buiten dienden we voor privacy te zorgen.
Toen we op het idee van de muur kwamen, keek de geometra maar raar op. Hij was bang dat we het karakter van het pand zouden verpesten. Maar achteraf bekende hij me dat beide tuinen nu veel gezelliger waren.