Slechts een beperkt aantal mensen waren op de hoogte van onze plannen. Enerzijds omdat we allebei als zelfstandigen werkten en we niet wilden dat het zou interfereren met ons professionele leven. Anderzijds ook omdat we de familie die zou achterblijven niet onnodig lang op voorhand wilden alarmeren.
Degene die de grootste “slag” zou krijgen van dit nieuws was Nicolas zijn moeder. Zij had 8 jaar eerder haar kleinkinderen, die ze meerdere keren per week zag, met pijn in het hart naar Zuid-Frankrijk zien vertrekken. Nu zou haar enige zoon ook meer dan 1000 km verder weg gaan wonen.
Langs mijn zijde vond ik het vooral moeilijk voor mijn grootmoeder in België. Zij was toen ruim in de 80 en net niet meer gezond genoeg om nog te reizen, en dat terwijl ze erg veel hield van Italië. Voor haar 80ste verjaardag had ze zelfs nog een mooie reisvoucher gekregen. Nu zou zij onze avonturen van op afstand moeten volgen, een bezoek aan ons huis zat er helaas niet meer in.
Toen we het uiteindelijk aan de wereld kenbaar maakten, waren de meeste reacties van kennissen en collega’s grotendeels positief. Ze vonden het spannend, avontuurlijk, … Je zag hen mee dromen.
Vrienden en familie waren meer bezorgd; waarom moesten we allebei onze carrière waar we zo hard voor gestudeerd en gewerkt hadden weg smijten? Sommigen vonden het ronduit onverstandig en onverantwoord om alle bruggen te verbranden en helemaal opnieuw te beginnen in een ander land. Konden we niet gewoon op het gemak het huis op de heuvel opknappen en als vakantiewoning gebruiken?
Ze snapten niet hoe wij met blinkende ogen konden vertellen dat we boer in Italië wilden worden.
Wie droomt er nu van om boer te worden?