Het herfstgevoel begint er langzaamaan toch aan te komen, niet in het minst vanwege de paddestoelenobsessie van onze dorpsgenoten. Ze weten dat wij veel wandelen, dus de terugkomende vraag is telkens opnieuw “Hebben jullie paddestoelen gezien?”
Ze schudden verbaasd hun hoofd wanneer blijkt dat we wel allerlei paddestoelen gespot hebben, maar hun niet kunnen vertellen over welke – al dan niet smakelijke – soorten het ging.
Dus, het werd tijd voor een lesje. Zoon en schoondochter van de boswachter kregen als taak om ons paddestoelenles te geven. Ze toonden ons verschillende soorten en natuurlijk kregen we er gratis kookles bovenop. Want wie geen paddestoelen herkent, kan ze natuurlijk ook niet klaarmaken. Dat leek hun alleszins klaar als een klontje.
We kregen ook twee zakken “funghi” om te oefenen. Een beetje argwanend zijn we aan het kokkerellen geslaan, het was toch een hele ervaring om versgeplukte paddestoelen uit de Meranese bossen te eten.
De dag erop ging ik, gewapend met een mandje, op pad. En je gelooft het nooit, ik vond een plek waar wel 100 van die paddestoelen groeien. Met mijn mandje vol, fier als een gieter kwam ik thuis en maakte ik er een verse risotto mee.
Dat ik de juiste exemplaren geplukt heb en niet hun giftige tegenhanger, blijkt uit het feit dat we ondertussen 2 dagen verder nog altijd springlevend zijn.
(Natascha)