We waren de vergaderzaal nog niet binnen toen Giancarlo vol trots zijn gsm uithaalde. ”Kijk, mijn kuikentjes! Wat een schatjes hé.”
Gisteren vergaderden we met de lokale vereniging ter promotie van het toerisme en Giancarlo is met zijn 70 jaar ons oudste, maar zeker niet minst enthousiaste lid. Op elke vergadering vraagt hij ons wanneer we eens naar zijn aardappelen komen kijken en deze keer had hij een extra lokkertje : 70 kuikentjes !
Hij kocht ze toen ze amper een dag oud waren, volgens hem krijg je ze dan bijna gratis. Nadeel : je moet er constant bij zijn en de temperatuur mag niet onder de 20°C zakken anders overleven ze het niet. Wordt het te koud, dan kruipen ze allemaal zodanig dicht bij elkaar dat de middelste kuikentjes stikken, terwijl de buitenste rand verkleumt.
Maar binnen een maand of 3 à 4 heeft hij dan wel 40 kippen van 2.5 kg die hij kan verkopen.
“Levend?” vroeg ik. Oh nee, mensen willen ze geslacht en gevild natuurlijk
En die andere 30? Die worden gecastreerd en in de kerstperiode verkocht als kapoenen. Hij straalt, want kapoenen, die brengen wel iets op hoor.
“Gecastreerd? Dus het zijn allemaal mannetjes?” Hij bevestigt, maar voegt er eerlijk aan toe dat hij geen idee heeft hoe de verkoper er in slaagt om de kuikentjes op de delen. Hij zelf ziet nog geen verschil.
Hij haalt zijn gsm nog eens boven, want dat ene kuikentje … wat een spektakel hé. Zijn verliefde blik spreekt boekdelen.
En ik, ik vraag me altijd weer af hoe ze het doen. Die dieren vol liefde doen opgroeien om ze uiteindelijk telkens weer naar de slachtbank te leiden. Maar zo lang we zelf niet vegetarisch worden, is het niet aan ons om te oordelen.