Wij gingen dus voor 48 uren naar Merana om een agriturismo te kopen. Hoe het juist is gebeurd weet ik niet meer, maar plots ging het gesprek met Natascha en Nicolas over everzwijnen en Marco, onze toekomstige buur en de cacciatore van de streek.
Nicolas zei dat hij wat everzwijn mee naar België zou geven. Ik dacht dat hij een grapje maakte, maar neen, we weten ondertussen dat hij een man is van zijn woord. De volgende ochtend stond er een zak everzwijn klaar. Wat een cadeau! Gelukkig hadden wij een coolbox bij. Terug in België heb ik dat gigantische bilstuk een nacht en een dag laten marineren in Nebbiolo, wat gekneusde jeneverbessen en takjes rozemarijn.
Hierbij het recept hoe ik dit edel stuk vlees heb klaargemaakt.
– Vlees opbinden met keukentouw zodat het niet uit mekaar valt tijdens het kookproces;
– Laten marineren 1 nacht en 1 dag in vino Nebbiolo, jeneverbessen en rozemarijn;
– 1 ui, 4 teentjes look, 1 wortel, 1 stengel witte selder, 3 laurierblaadjes, grof gemalen zwarte peper, zout toevoegen als het stoofpotje al aan te pruttelen is (niet in begin toevoegen want dan wordt het vlees hard).
In een goeie stoofpot met dikke bodem de opgebonden brasato goed aanschroeien in olijfolie.
Vlees eruit halen en de fijn gesneden groentjes aanfruiten (soffrito).
De marinade van het vlees erbij doen.
Als alles kookt, het everzwijn erbij.
Deksel op de pot met een houten lepel ertussen zodat het vocht wat kan verdampen.
+ 2 uren laten pruttelen, niet laten koken, maar pruttelen zoals de lava van de vulkaan Etna.
Op het einde het vlees eruit nemen en de saus nog wat laten inkoken zodat deze een mooie consistentie heeft.
Opdienen met patate al forno.
Bij dit gerecht kan de wijn niet stevig genoeg zijn. Als je nog een oude, mooi gerijpte Barolo zou liggen hebben , is het nu het moment om deze te openen. Maar een stevige Nebbiolo uit de streek kan de klus ook klaren en is zeker zo goed.
P.S. Het stuk dat Nicolas ons had meegeven, was zo groot dat we er 3 dagen hebben kunnen van eten. De smaak katapulteerde ons direct terug naar Merana.
(Luk en Marisa)